Elle Eggels + Pia Dirks (illustraties),
Bezoek aan de hemelDe kleine Paco, tien jaar, verongelukt op weg naar de kermis. Hij neemt een kijkje in de hemel waar zijn jong overleden zusje hem rondleidt. Op de achterflap staat dat hij er uiteindelijk voor kiest om terug naar huis te gaan, dus te blijven leven. In het verhaal is het echter zijn zusje die voor hem deze keuze maakt.
Een merkwaardig boek. Allerchristelijkst natuurlijk want het beschrijft een hemel, compleet met een soort voorgeborgte, de ‘kristalkamer’, waar plaats is voor de bijna-doden. Aan de andere kant helemaal niet christelijk. Want het gaat tegen de christelijke traditie in om de hemel uitgebreid te beschrijven (zoals alle grote ideologieën een verre, prachtige toekomst beloven maar deze graag vaag houden). Bovendien is er geen god; er is wel een commissie van volwassenen onder voorzitterschap van een zekere Metatron die Paco opdraagt te kiezen tussen blijven of terugkeren naar huis.
De vormgeving van het boek is zeer kleurrijk. Er wordt gebruik gemaakt van een breed scala technieken (pen, potlood, waterverf, collages, krijt, foto’s…). De hemel wordt tot in detail uitgebeeld. Iedereen heeft er een plekje dat precies zo is ingericht als men zelf graag zou willen. Theo heeft een hamburgertent en opa woont in een huisje met uitzicht op de snelweg. Het kost niet méér moeite om van de ene plek naar de andere te gaan dan dat te willen. Een toverplek waar iedereen gelukkig is.
Zo bont en dartel als de vormgeving is, zo bont is ook het verhaal. Kleine inconsequenties zijn geen enkel probleem: dwars door mensen kunnen lopen maar gewoon plaats kunnen nemen in het reuzenrad (en zelfs een beetje hoogtevrees hebben); Paco’s zusje mag zich kennelijk vrijelijk bewegen tussen alle ruimtes en dus óók de kristalkamer betreden die toch gereserveerd was voor de bijna-doden (ook Paco overtreedt deze grens maar dát is kennelijk niet de bedoeling). Er wordt in de hemel vlees gegeten (dus er worden dieren gedood?). De hemel is voorzien van auto’s en computers. Paco geniet. Alleen de afdeling Cherubijntjes, waar de overleden baby’tjes liggen, vindt Paco eng. Het geeft allemaal niks: de hemel is een soort toverplek waar alles kan!
Ik zou het boek graag als uitbundig omschrijven. Heerlijk is het dat de clichés ontbreken: geen engeltjes, bijna ballonnen en bijna geen vlinders. De dood is een gegeven, geen mysterie. Er is wel ruimte voor verdriet maar niet voor zieligheid.
Dit boek zal daardoor vast en zeker het beoogde doel bereiken: troostrijk zijn voor kinderen die een broertje of zusje verliezen. Geschikt voor vele geloven behalve voor de orthodoxen onder ons die vast zullen willen houden aan hun eigen beeld van de hemel. En voor uiteraard degenen onder ons die voor de hemel geen plek hebben ingeruimd in hun wereldbeschouwing.
Eerlijk is eerlijk: ik verwachte op basis van de titel een tuttig verhaal dat min of meer stiekem een soort propaganda zou zijn voor een christelijke interpretatie van het leven en de dood. Maar dat valt reuze mee. Het is zeer letterlijk zoals de tekst op de achterzijde belooft: een fantastisch verhaal.
(Koos Dubbelman)
[ terug ]