Luuc Kooijmans,
De doodskunstenaarFrederik Ruysch (1638-1731) was een arts en anatomicus die in zijn tijd zeer beroemd was. Zijn 'hobby' was het artistiek tentoonstellen van menselijke lichaamsdelen in potten met vloeistof. Een hobby die voortkwam uit een grote wetenschappelijke nieuwsgierigheid naar de menselijke anatomie.
Ruysch was beroemd vanwege zijn vaardigheid om lijken en delen daarvan zodanig te prepareren dat het leek of ze nog leefden. Eerdere pogingen van anderen om lijken of deleb van lichamen te conserveren leidden op den duur tot indroging en verkleuring. Ruysch spoot de aderen van lichamen en organen in met een zorgvuldig geheimgehouden vloeistof - bijenwas zou er deel van uitmaken - waarvan we nu nog steeds het fijne niet weten. Daarmee bereikte hij, tot verbijstering van zijn bezoekers, dat de lichamen en lichaamsdelen van zijn collectie nog leken te leven, alsof ze de stoffelijke onsterfelijkheid hadden verworven.
Ruysch verzamelde deze anatomische curiosa in zijn huis aan de Bloemgracht in Amsterdam, waar belangstellenden welkom waren om ze te bewonderen. Het grootste deel van zijn verzameling (ruim 2000 preparaten) verkocht hij in 1717 aan tsaar Peter de Grote. Daarvan zijn ongeveer 900 specimina bewaard gebleven, in Sint Petersburg.
Luuc Kooijmans noemt Ruysch een 'doodskunstenaar', omdat hij zijn preparaten bij voorkeur mooi en opgesmukt presenteerde. Je zou hem een voorloper van Gunther von Hagens kunnen noemen.
[ terug ]