Dieren rouwen niet
Sectie verrichten op een olifant, een spiraaltje inbrengen bij een orang-oetan, een krokodil seksen, of iets minder opwindend, een giraffe vitamines voorschrijven, het behoort allemaal tot de taken van Peter Klaver, dierenarts van het hoofdstedelijke Artis. Een gesprek over vijandige gorilla`s, bijzondere ouderdomsziektes en rouw bij olifanten.
Dierenarts in Artis. Peter Klaver (38) heeft niet alleen een bijzondere baan, maar ook een bijzondere woonomgeving. Want hij werkt niet alleen in Artis maar woont er ook. In een van de houten huizen aan de rand van het terrein. De ijsberen zijn zijn directe buren. "Mensen nodigen zichzelf graag bij mij te eten uit." Het verbaast ons niet. Op mooie zomeravonden barbecuet hij in de verder door mensen verlaten dierentuin of hij zet de eettafel bij de Boeddha-vijver. Klaver is een goed gastheer. Hij neemt ruim de tijd om ons door Artis rond te leiden en enkele plekken achter de schermen te laten zien: zijn behandelkamer, de sectieruimte, een van de keukens van Artis en de `achterkant` van de aquaria. Handen in het water steken kan funest zijn.
Het is een prachtige dag. Het is nog lente, maar de zomer zit al in de lucht. Mens en dier genieten van het zonnetje. Het is het jaargetijde waarin Artis veel nieuwgeborenen mag verwelkomen, maar toch concentreert ons gesprek zich op het andere uiterste van elk mensen- én dierenleven: de dood. De bezoeker wordt er zelden mee geconfronteerd, maar jaarlijks sterven in Artis zo`n tweehonderd dieren. Klaver: "Dan reken ik alleen de dieren die een beetje maat hebben. Dus niet de insecten en visjes." De dierentuin heeft een totale populatie van circa achtduizend beesten.
Wat gebeurt er met de dode dieren in Artis? Ons idyllische en misschien wat naïeve beeld van een begraafplaats voor de dieren van Artis, waar bezoekers en verzorgers kunnen treuren bij het graf van hun geliefde dier, wordt teniet gedaan door Klavers antwoord: "In principe wordt op elk dier dat overlijdt sectie verricht om de doodsoorzaak vast te stellen. Dat gebeurt door de faculteit Diergeneeskunde, afdeling pathologie in Utrecht. Vervolgens gaan de dieren naar het Zoölogisch Museum van de Universiteit van Amsterdam, dat ze gebruikt voor educatieve doeleinden, zoals tentoonstellen, en studie. Er is een vaste afspraak met dit museum. Juridisch zijn zij eigenaar van elk dier dat doodgaat." Het uiteindelijke lot van het dier wordt door het museum bepaald. Opzetten gebeurt bijna niet meer. Het is niet alleen zeer kostbaar - "het opzetten van een gorilla of een chimpansee kost dertig à veertigduizend gulden" - maar musea met zaal na zaal vol opgezette dieren zijn iets van de vorige eeuw, ze nemen te veel ruimte in beslag. Tegenwoordig wordt van het ene dier alleen de geprepareerde huid bewaard, van het andere dier uitsluitend de `interessante` botten. "Dieren waar het museum of een andere instelling geen belangstelling voor heeft gaan naar een destructiebedrijf. Daar worden de overblijfselen verhit, zodat alle ziektekiemen en bacteriën vernietigd worden. Vervolgens gaan ze naar de recycling, waar ze verwerkt worden tot kippen- en varkensvoer. Er gebeurt in ieder geval niets commercieels met de dieren. Dat is wettelijk ook verboden."
En opvoeren aan de wilde dieren? "Dat gebeurt niet," zegt Klaver heel stellig. "Slechts in een incidenteel geval, als een dier een been breekt bijvoorbeeld en wordt afgemaakt, wordt hij opgevoerd aan de leeuwen en tijgers. Maar dat is zeldzaam. Je weet de reden van doodgaan meestal niet zeker. En als ze eenmaal onderzocht zijn kunnen ze niet meer opgevoerd worden."
De meeste dieren worden aanmerkelijk ouder dan in de natuur en sterven uiteindelijk, evenals mensen die goed verzorgd worden, van ouderdom. Ze bezwijken aan een typische ouderdomsziekte (tumoren, botaandoeningen) of sterven omdat ze gewoon `op` zijn. Soms helpt Klaver ze een handje. "Als ze lijden worden ze geëuthanaseerd."
--------------------------------------------------------------------------------
"Geriatrie wordt steeds belangrijker in dierentuinen"
--------------------------------------------------------------------------------
Ziektes en aandoeningen die bij dieren die in het wild leven zeldzaam zijn, levert een nieuw soort diergeneeskunde op. "Geriatrie wordt steeds belangrijker in dierentuinen," zegt Klaver niet zonder glimlach. Overleden dieren vormen interessant studiemateriaal. Onderzoek levert wellicht kennis op hoe andere, al of niet bejaarde, dieren met dezelfde kwaal te verzorgen. Interessante gevallen bespreekt Klaver in wetenschappelijke publicaties. "Publiceren behoort tot mijn taken." Zoals Lolita, een oude chimpansee die acht jaar geleden overleed aan een tumor in haar baarmoeder. "Heel bijzonder, dat was nooit eerder beschreven." Ook heel bijzonder was de afwijking aan de borstwervels bij de orang-oetan Sam. "Het is een ziekte die bekend is bij mensen, maar niet eerder bij een ander zoogdier was beschreven." Sam overleed vijf jaar geleden op tweeënveertigjarige leeftijd. In de woning van Klaver hangt een post-mortem tekening van het mooie, oude gezicht van de orang-oetan.
Bezoekers zullen zelden met een dood dier geconfronteerd worden. Voor openingstijd controleren de verzorgers de verblijven en kijken of de dieren gezond zijn. Eventuele dode dieren worden verwijderd en verdwijnen naar wat je `het mortuarium` van Artis zou kunnen noemen. Het is een grote vriescontainer die aan de rand van de dierentuin staat, op een binnenplaats, achter de sectiekamer. Hierin worden de dode dieren bewaard totdat het Zoölogisch Museum bepaald heeft wat er met hen gebeuren gaat. Klaver toont ons de inhoud. De container is bijna tot aan de nok gevuld met tientallen op elkaar gestapelde plastic zakken waarin, zo blijkt uit een her en daar uit het plastic stekende poot of vleugel, dode dieren zitten. Stijfbevroren. Van alle maten en soorten. Een enkel dier ligt `naakt` en onbedekt op de grote hoop: een zwarte panter, een exotische loopvogel, wachtend op verdere verwerking.
De enige dode beesten die bezoekers met regelmaat onder ogen krijgen zijn de muizen, ratten en kippen die sommige dieren met voedertijd voorgezet krijgen. Dit voedsel wordt door Artis zelf gefokt en wordt nimmer levend aan de dieren gegeven. "Hoewel het in Nederland wel is toegestaan, in tegenstelling tot veel landen om ons heen, voeren wij geen levend voer. Het publiek heeft er moeite mee. Bovendien heeft het ook een praktische reden. Je moet er bij blijven, want de rat kan bijvoorbeeld ook aan de slang beginnen te knagen."
Voor Klaver negen jaar geleden als arts in Artis begon, had hij onder andere gewerkt in reguliere dierenartspraktijken, waar hij vooral honden en katten te behandelen kreeg, en in Saoedie-Arabië en Zimbabwe, waar hij zich hoofdzakelijk met koeien bezighield. Hoe komt hij aan zijn specifieke kennis van zoveel verschillende en vooral exotische dieren? "Ik lees veel. Ik overleg regelmatig met andere dierenartsen, zowel in Nederland, waar deze artsen zich hebben verenigd in een club, als in het buitenland. Verder roep ik regelmatig de hulp in van `humane` artsen of specialisten." Zo heeft de onlangs overleden professor Broekhuizen van het Amsterdamse Academisch Medisch Centrum - "hij mocht ook de voetballers Gullit en Van Basten onder zijn patiënten rekenen" - de chimpansee Charly geopereerd aan een voetbalknie. En een gynaecoloog kreeg van Klaver het toch niet alledaagse verzoek een spiraaltje in te brengen bij de orang-oetan Kedua. "Ik ben een generalist," zegt Klaver, "ik weet en doe van alles een beetje. En de meeste tijd ben ik bezig met betrekkelijk eenvoudige behandelingen, het voorschrijven van poedertjes en pillen en het geven van injecties." Hij toont de inhoud van zijn koffertje, dat hij altijd bij zich heeft. Het bevat meerdere vakken, stickers met opschrift vermelden de inhoud: narcosemiddelen; spuiten en naalden; vitaminen en ontwormingsmiddel; bloedafnamespullen; antibiotica; watten, handschoenen en tampons.
Voor de meeste behandelingen moeten de dieren eerst verdoofd worden, want de onvermijdelijke tegenwerking zou Klaver anders fataal worden. Hij toont de schietschijf in zijn behandelkamer waarop hij het schieten met de blaaspijp oefent. Deze schietschijf en enkele andere niet zo snel te identificeren objecten, zoals een lange, smalle kist die, zo blijkt na uitleg, gebruikt wordt om krokodillen te seksen, maken de kamer net even anders dan de gemiddelde spreek- en werkkamer van een `gewone` arts. Maar voor de rest oogt de ruimte hetzelfde. Zelfs de gynaecologische beugels zijn aanwezig.
Ook beschikt de dierentuin over een eigen sectieruimte. Want een enkele keer wordt in Artis zelf sectie verricht op een dier. Dan gaat het vooral om uit de kluiten gewassen dieren, die lastig te vervoeren zijn. Op de buitengewoon groot model sectietafel is laatst een nijlpaard ontleed, laat Klaver weten. Een enkele keer kan een dier zelfs het verblijf niet uit. "Veel gebouwen zijn er niet op berekend een dood dier af te voeren. Zo hebben we drie jaar geleden de olifant Barbara ter plekke moeten ontleden. Ze had langdurig last van ontstekingen en zweren aan haar poten. Ik heb haar moeten laten inslapen."
Hoe verloopt de sectie van een olifant? "Het is puur slagerswerk," laat Klaver beeldend weten. "De poten gaan eraf, de ingewanden eruit, de kop eraf. We zijn er met zes à zeven mensen een hele dag mee bezig geweest. Er hebben onder andere twee medewerkers van het voedselmagazijn aan meegewerkt die behoorlijk goed met het mes overweg kunnen."
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
"Sectie verrichten op een olifant, het is puur slagerswerk. Zes à zeven mensen zijn er de hele dag mee bezig geweest"
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Rouwen dieren om de dood van een soort- en verblijfgenoot? "Het gedrag van dieren bij een sterfgeval is heel verschillend," zegt Klaver. "Generalisaties bestaan niet in de natuur. Olifanten bijvoorbeeld zijn kuddedieren. Olifantengroepen zijn vooral vrouwengroepen, moeders met kinderen, die hebben een heel sterke sociale structuur. De mannetjes zwerven daar omheen. Daarom hebben wij de andere olifanten heel bewust afscheid van Barbara laten nemen. Nadat ik haar had laten inslapen, hebben wij de schuif opengedaan zodat ze haar konden zien en met de slurf contact met haar maken. Er volgde een kort, heftig trompetteren. De overige olifanten waren een tijdje van streek. Maar echte rouw?"
"Er zijn ook dieren die wel in groepsverband leven, maar waarbij er geen sociale interactie is tussen individuen, zoals vissen die in een school leven. Dan kun je echt niet van rouw spreken. En dan zijn er dieren die individueel leven. Die zullen alleen maar blij zijn dat er een soortgenoot gestorven is. Dat schept ruimte in het territorium."
"Spreken over rouw bij dieren, getuigt toch te veel van een antropomorfistische benadering," meent Klaver. In Artis zijn het eerder de verzorgers die een rouwproces doormaken als een dier, dat ze lang verzorgd hebben, overlijdt of overgeplaatst wordt naar een andere dierentuin.
Is rouw zeldzaam, in zelfmoord gelooft Klaver al helemaal niet. "Ik geloof dat de wil tot zelfbehoud te groot is." Hij heeft het ook nog nooit meegemaakt. Hoewel de dood van enkele luiaards jaren geleden hem wel voor raadsels plaatste. "Het waren luiaards uit Amerika. Zij aten slecht en ik kon niet ontdekken waarom. We hebben er slechts twee van de vier kunnen redden."
Dat zou je toch een depressie kunnen noemen met fatale afloop? Maar zelfs met het idee van depressieve dieren heeft Klaver moeite. "De psychologische reactie op externe omstandigheden kun je oplossen. Weigering van eten bijvoorbeeld heeft vaak een oorzaak. Ziekte, last van de kiezen, een maagtumor." Dieren kunnen ongelukkig zijn, dat zeker. "Dat stereotiepe gedrag van het heen en weer lopen in het verblijf, geeft aan dat dieren het niet geweldig naar hun zin hebben. Daar zijn wij niet blij mee. Maar veel is en wordt verbeterd. De verblijven worden steeds groter en dieren worden nog zelden uit het wild gehaald. In principe zijn alle dieren die in de dierentuin leven daar ook geboren. Zij hebben dus nooit in vrijheid geleefd. We hebben nu nog maar twee gorilla`s die dertig jaar geleden uit de vrije natuur kwamen. Er is geen handel meer in dieren, dat is voor de meeste soorten verboden. Dieren worden geruild met andere dierentuinen of zelf gefokt. Als een dier dood is, zoeken we vervanging elders. Daar wordt, behalve voor het transport, niet voor betaald."
Hechten aan individuele dieren van Artis doet Klaver nauwelijks. Op de vraag welke dood de meeste indruk op hem heeft gemaakt, noemt hij de dood van Barbara, maar na doorvragen blijkt dat dit vooral te maken heeft met de toch wel spectaculaire sectie van de olifant. Alleen als dieren lang ziek zijn wordt de band intenser, maar over het algemeen krijgt Klaver de kans niet om aan dieren te hechten. "Ik ben de minst geliefde persoon in Artis. De dieren hebben vooral onaangename herinneringen aan mij." Dat wordt onmiddellijk, soms komisch, zichtbaar tijdens onze wandeling door Artis. De wolven rennen zenuwachtig heen en weer zodra ze Klaver zien, kleine apen zetten een verschrikt gezicht op en maken angstige piepgeluiden, de lama`s reageren agressiever en lijken zich klaar te maken voor een spuugaanval. Bespuugd door lama`s, met stront bekogeld door chimpansees, Klaver heeft het allemaal moeten verduren. Maar dat is nog niets vergeleken bij wat Tembo, een indrukwekkende mannetjesgorilla, voor Klaver in petto heeft, mocht hij de kans krijgen. "Hij is niet vergeten dat ik de meeste van zijn wijfjes ooit heb verdoofd en behandeld. Ik kom dan ook nooit meer bij de gorilla`s, tenzij het moet, want Tembo reageert uiterst agressief. Mijn enige angst is dat ik `s nachts een losgebroken Tembo tegenkom. Als die ooit ontsnapt, grijpt hij mij. En dan maakt hij mij dood, dat is zeker."
© Anja Krabben en Roy de Beunje
Verschenen in Doodgewoon, # 14, herfst 1997.
Tevens opgenomen in de bloemlezing Doodgewoon. Doodscultuur en uitvaartmanieren, verschenen bij Uitgeversmaatschappij Walburg Pers te Zutphen in november 2001, ISBN 90 5730 170 9.
Voor meer artikelen van Anja Krabben zie: http://www.anjakrabben.nl.