Nieuwe vormen van cremeren
Bovengronds, in de open lucht, mobiel
door Anja Krabben
Crematies in Nederland zijn over het algemeen kille en weinig inspirerende aangelegenheden. Een korte dienst in een moderne, steriele aula, voor je het weet is de kist verdwenen en is er koffie. Wat een vurig einde is voor de dode, wordt door de nabestaanden niet zelden als een koude douche ervaren.
Het is een afscheid dat geen echt afscheid is, want waar blijft de kist? Wie voor de eerste keer een crematie meemaakt, de vloer zich ziet openen en de kist langzaam naar beneden ziet zakken, denkt vaak dat de overledene onmiddellijk de oven in gaat. Je hoopt er zelfs op. Dat zou een mooie en logische afsluiting zijn. En eindelijk een echt dramatisch moment, waar het de hele saaie crematieplechtigheid aan heeft ontbroken. Maar nee, er is geen vlam te zien, de kist is uit zicht en de vloer sluit zich weer. In werkelijkheid, ontdekte ik later tijdens een rondleiding in de ovenruimte, komt de kist beneden in de kelder aan, wordt daar op een karretje gezet en vervolgens naar de ovenruimte gereden waar de crematie misschien meteen plaatsvindt, maar misschien ook niet. Dat is geheel afhankelijk van het aantal ovens dat het crematorium heeft en het aantal crematies dat die dag op het programma staat. Het kan zijn dat de geliefde dode beneden wordt verbrand terwijl de nabestaanden boven aan de koffie zitten. Maar het is ook mogelijk dat de crematie pas een uur later gebeurt, als iedereen al weer thuis is.
Dat moet toch anders kunnen en als het aan enkele personen in de uitvaartwereld ligt, zal het cremeren er in de nabije toekomst ook heel anders uit gaan zien.
Om te beginnen kan de ovenruimte toegankelijker worden gemaakt. Steeds vaker krijgen crematoria de vraag van nabestaanden te horen of ze mee mogen naar de ovenruimte. Het wordt zelden geweigerd, maar crematoria zijn er nauwelijks op ingericht. De ovenruimte is een bedrijfsruimte, allesbehalve sfeervol en niet bedoeld voor laatste bijeenkomsten van nabestaanden. Crematoria proberen hier iets aan te doen door hun ovenruimte van een nieuw verfje te voorzien, maar beter is het in de toekomst bij de bouw van nieuwe crematoria rekening te houden met bezoek van familie in de ovenruimte.
Voor het eerst gebeurt dit in Gouda waar een nieuw crematorium, een creatie van architect Hugo Caron, op de gemeentelijke begraafplaats IJsselhof wordt gebouwd. Het wordt het eerste crematorium in Nederland met een bovengrondse ovenruimte, ingericht als publieksruimte. Een tweehonderdvijftig meter lange laan met bomen verbindt de aula en de ontvangstruimte aan het ene einde met de bovengrondse ovenruimte aan het andere einde. Het idee is dat mensen de kist gezamenlijk naar de oven brengen. Op een speciaal hiertoe aangelegd pleintje voor het ovengebouw kan een laatste samenkomst plaatsvinden. Dan verdwijnt de kist het gebouw in. Wie wil kan meegaan. In het gebouw is ruimte voor circa dertig personen. Als meer mensen van de verbranding getuige willen zijn, dan kan dit ook want in de muren van het gebouw komen grote ramen. De lamellen voor de ramen kunnen open en binnen en buiten zijn dan nauwelijks van elkaar te onderscheiden. "Eind 1997 moet de schoorsteen roken", laat een medewerker van de gemeente Gouda weten.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
"Voor cremeren in de open lucht is juridisch een oplossing te bedenken. Het is maar net hoe je het begrip crematorium definieert."
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Spectaculairder is de mogelijkheid van een openlucht crematie. Niet alleen Hindoes in Nederland zouden dit toejuichen, meent
Punya Quist van uitvaartonderneming Transforma in Amsterdam. Hij speelt al jaren met dit idee. De huidige crematoria vindt hij `verschrikkelijk`. In zijn praktijk als uitvaartondernemer komt het vaak voor dat nabestaanden mee naar de ovenruimte gaan. Hij heeft daar vaste afspraken over gemaakt met crematorium Westgaarde in Amsterdam. Westgaarde staat toe dat er maximaal zes personen mee naar beneden gaan, mits het van te voren bekend wordt gemaakt. Het nieuwe crematorium in Gouda is al een hele verbetering, vindt Quist, maar nog beter zou het zijn als de crematie in de vrije natuur zou kunnen plaatsvinden, bijvoorbeeld op de Veluwe. De mogelijkheid hiervan heeft hij enkele jaren geleden onderzocht met de inmiddels weer opgeheven Mahatma Ghandi-beweging in Nederland. Studenten van de TH Delft werd gevraagd te onderzoeken wat dit voor het milieu zou betekenen. "Zij kwamen tot de conclusie," vertelt Quist, "dat er een enorme afzuigkap nodig zou zijn om schadelijke stoffen en onaangename geuren weg te werken. De stank van een verbrand lichaam moet je niet onderschatten," voegt hij er plastisch aan toe. Maar dan komt er een ander milieuprobleem om de hoek kijken. Een afzuigkap van dergelijke afmetingen zou dermate veel lawaai maken dat de geluidshinderwet zou worden overtreden.
Niet alleen een uitvaartvernieuwer als Punya Quist ziet de openlucht crematie als een reële optie. Ook een respectabele vereniging als de Crematie Vereniging Nederland (CVN), die negen crematoria beheert, heeft daar al serieus de gedachten over laten gaan. Tot dusver in alle stilte, zonder er ruchtbaarheid aan te geven.
De CVN, vertelt directeur F.A. de Wit, denkt dat de Hindoestaanse gemeenschap in Nederland dit graag zou willen. "Niet dat de Hindoestaanse gemeenschap deze vraag ooit direct gesteld heeft," zegt De Wit, "maar wij wilden zelf graag onderzoeken of de mogelijkheid er zou kunnen zijn en tegelijkertijd toetsen of de behoefte er is."
Bij Hindoestanen, legt hij uit, is het gewoonte dat de oudste zoon het vuur aansteekt. In de crematoria van de CVN mag de naaste familie altijd mee naar de ovenruimte en mag de oudste zoon meehelpen de kist in de oven te schuiven. De CVN vroeg zich af of zij nog verder kan gaan en is zelfs op het ministerie van Binnenlandse Zaken wezen praten. "Juridisch is er een oplossing voor te bedenken," meent De Wit. "Het is maar net hoe je het begrip crematorium definieert."
Dat de openlucht crematieplaats er nog niet is ligt aan `de gevoeligheid van het onderwerp`. De Wit wil voor hij verder gaat zeker weten dat er behoefte aan is, "anders heeft het geen zin er moeite voor te doen." Maar aan de andere kant vindt hij het `emotioneel moeilijk` deze vraag direct aan de Hindoestaanse gemeenschap voor te leggen. Hij wil geen valse hoop wekken. Dat betekent dat een en ander op dit moment `nu even stil ligt`. Naar het milieutechnische aspect is nog helemaal niet gekeken.
Het is bij De Wit nog niet opgekomen dat ook niet-Hindoes voor een openlucht crematie zouden kunnen kiezen en hij is dan ook zeer verbaasd te horen dat Punya Quist met precies hetzelfde bezig is geweest. Toch gelooft hij niet dat het echt leeft in Nederland. "Maar misschien dat een publicatie helpt om daar achter te komen."
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
"De cremobiel wordt niet groter dan een caravan en kan makkelijk aan de auto worden gehaakt."
----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Weer een heel ander idee is uitgebroed door Denise van de Ven, uitvaartonderneemster en mede-eigenaar van Uitvaartwinkel de Ode in Amsterdam. Enkele jaren geleden heeft ze in India openbare verbrandingen meegemaakt. Sinds die tijd staat haar geest niet stil om iets anders te bedenken dan de verborgen crematie in een kil crematorium. Haar idee ligt in het verlengde van de sinds kort wettelijk toegestane mogelijkheid de as te verstrooien waar men wil. Namelijk een crematie op de plek waar men zelf wil. Aan het strand met uitzicht op zee, in een weiland tussen de koeien of diep in de bossen. Zo kwam zij op de `cremobiel`. "Dat is een mobiel crematorium", legt ze uit, "dat achter aan de auto kan worden gehaakt. Hij zou niet groter dan een caravan mogen zijn en makkelijk voor iedereen mee te nemen."
Het klinkt als een eenvoudig en prachtig idee, maar moet nog helemaal uitgewerkt worden. Uitgezocht moet worden of het technisch haalbaar is en wettelijk toegestaan. Als het aan Van de Ven ligt blijft het niet bij een plan. De eerste schetsen voor de cremobiel zijn al gemaakt, door Arend Verburgh. "Ik heb het afgelopen jaar razend druk gehad met het opzetten van de uitvaartonderneming, maar dit jaar zal er serieus aan gewerkt worden om het mogelijk te maken. Als mensen er oprecht in geïnteresseerd zijn en er voor voelen, dan komt ie er gewoon."
Dit artikel verscheen eerder in Doodgewoon, nummer 13, zomer 1997.
© Anja Krabben / Doodgewoon (Foto: Tom Weerheijm)
Voor meer artikelen van Anja Krabben zie:
http://www.anjakrabben.nl.