zoeken
knop: zoek

Groene uitvaart Bibliotheek

Een ‘vrijwillige’ dood; dagboekfragmenten van een afscheidsbegeleider

plaatje: bulletHet is dinsdag 12 oktober¹. Teruggekomen van een bespreking luister ik op kantoor de berichten op het antwoordapparaat af. Eén ervan schokt me enorm. Het is een berichtje van John¹, die mij vertelt dat er morgen euthanasie op zijn vrouw Ariane (52)¹ zal worden toegepast. Hij vraagt mij daarom zo spoedig mogelijk contact met hem op te nemen.
Ruim een tweetal maanden eerder had John mij benaderd en mij verteld over het onvermijdelijke afscheid. Ariane had kanker en artsen hadden gezegd niets meer voor haar te kunnen doen, en dat haar leven nog maar enkele maanden zou duren. Op verzoek van John vindt het eerste gesprek bij mij op kantoor plaats. John is net als Ariane altijd gewend geweest om de regie over zijn leven in handen te hebben. Hij wil nu dan ook zaken zo veel mogelijk van tevoren regelen en vastleggen, tot aan de inhoud van de uitvaartplechtigheid toe. Ik vertel hem dat het toch beter is met dit laatste te wachten, omdat dingen zodra iemand daadwerkelijk is overleden, vaak toch heel anders blijken te zijn. Dat ik van mening ben dat je na het overlijden van een geliefde als het ware in een andere energie komt en daarmee ook anders voelt en denkt. Ik merk enige teleurstelling bij John, in feite zeg ik hem nu dat de onzekere toekomst ook onzeker zal blijven en dat hij het vooruit denken los moet laten en moet leven in het nu. Wel bespreken we wat de praktische mogelijkheden zijn voor wat betreft de uitvaart, zoals het thuis opbaren, het type rouwkaart, de gang van zaken rond het afstaan van weefsel ten behoeve van de wetenschap, hetgeen Ariane’s wens is. Ook adviseer ik haar contact op te nemen met de uitvaartondernemer die hun voorkeur heeft om kennis te maken en (on)mogelijkheden te bespreken.

Ik vraag John in hoeverre Ariane zelf nog behoefte heeft aan een gesprek met mij. John belooft mij dit haar te vragen en korte tijd later is er de vraag of ik hen thuis wil bezoeken. Het is opvallend hoe open zowel Ariane als John met hun moeilijke situatie omgaan. Alles is bespreekbaar, en ik voel dan ook geen enkele schroom om moeilijke vragen te stellen. Bijvoorbeeld de vraag of Ariane nog met onuitgewerkte zaken zit, die haar dwars zitten. Of dat zij nog een boodschap heeft voor degenen die naar de begrafenisplechtigheid komen. Of zij bang is voor de dood, en of zij gelooft in een voortbestaan na de dood. Nadat we deze moeilijke onderwerpen hebben besproken vertelt Ariane mij dat zij hoopt dat wanneer voor haar de grens is bereikt, zij in staat zal zijn de beslissing te nemen om euthanasie toe te passen. De huisarts had verteld niet in te kunnen gaan op het verzoek, wanneer zij dit niet zelf zou kunnen doen. Na afloop van het gesprek dank ik Ariane voor het vertrouwen, wens haar alle sterkte en kracht en merk dat ook zij terdege beseft dat ik haar niet meer levend terug zal zien.

Na het afluisteren van John’s berichtje bel ik hem meteen op. John vertelt mij dat de huisarts de volgende dag om twee uur ’s middags langs zal komen en euthanasie zal toepassen. Ariane heeft zelf de beslissing kunnen nemen, en is er gelukkig erg rustig onder. Ik vertel John dat ik de komende dagen beschikbaar ben en vraag hem of ik alvast de uitvaartleider zal inseinen, zodat hij rekening kan houden met het bespreken, verzorgen en het transport naar en van het medisch centrum in verband met het wetenschappelijk onderzoek. Tegelijk met het stellen van de vraag voel ik hoe bizar deze situatie is, het vooruitlopen op iemands overlijden. Aan het eind van ons gesprek wens ik John heel veel sterkte en vraag hem om Ariane ook veel sterkte en een goede overgang te wensen. Sinds ik weet wat er te gebeuren staat voel ik me ook heel vreemd; het idee dat iemand er de volgende dag om dezelfde tijd niet meer zal zijn roept veel bij mij op. Op het moment van overlijden ben ik vanwege een interview voor Het Uitvaartwezen in Rotterdam, en dat is maar goed ook. Thuisgekomen besef ik dat “het” inmiddels moet zijn gebeurd, en merk ik dat ik al een poosje een bevrijdend gevoel heb. Misschien dat ik nu aanvoel dat Ariane bevrijd is van haar zieke lichaam? De bespreking van de uitvaartplechtigheid en het In Memoriam verloopt mede door de informatie die ik inmiddels over Ariane had, erg vlot. John vertelt mij hoe rustig Ariane temidden van haar geliefden is weggegleden na het innemen van een drankje, dat de huisarts haar gaf. Deze laatste had het erg moeilijk omdat het zijn debuut op dit vlak was. Wat een moeilijke opgave. Wie zou hem opvangen? Ik merk aan de reacties van de familie dat het goed is zoals het gegaan is, en kan me heel goed voorstellen dat, zoals uit onderzoek² is gebleken, het rouwproces bij nabestaanden na euthanasie vaak beter verloopt. Het afscheid kunnen nemen op een moment dat iemand zelf nog kan beslissen niet meer verder te willen geeft vrede. Zeker wanneer de overledene iemand was die zelf graag de regie in handen had. Na afloop van de begrafenis vertelt de familie mij een goed gevoel te hebben over het afscheid. Wanneer ik aan John vraag of hij achteraf toch niet liever van tevoren de inhoud van de afscheidsplechtigheid had vastgelegd, krijg ik gelukkig een volmondig nee als antwoord…

¹ Uit privacy-overwegingen zijn deze gegevens gefingeerd.
² Onderzoek door het Universitair Medisch Centrum te Utrecht, 2003

Voor meer informatie over Mieke van Leeuwen, zie www.dimensie.com.

Deze column is eerder verschenen in het vakblad Het Uitvaartwezen

Wilt u reageren? Dat kan hieronder!