Maatschappelijkwerker Jaap Koers
Maatschappelijk werker Jaap Koers trekt op met medewerkers R.I.T.
Schokkende ervaringen in Thailand
Het Rampen Identificatie Team heeft haar diensten bewezen na de tsunami in Thailand. In drieëneenhalve maand trokken er niet minder dan 120 mensen naar het rampgebied. Het doel: identificatie van de slachtoffers. Maatschappelijk werker Jaap Koers vergezelde twee maal de R.I.T.’ers. “Ze werkten daar onder zware omstandigheden. Het was voor hen een indrukwekkende ervaring.”
Het R.I.T. bestaat uit verschillende onderdelen, waaronder de technische en tactische recherche en het team postmortale zorg (als lid van dit team is Pedro Swier van Vredehof ook tweemaal uitgezonden naar Thailand). Koers licht de werkwijze van het R.I.T. toe. “Als de slachtoffers geborgen zijn, wordt er door het Team Technische Identificatie een persoonsbeschrijving gemaakt aan de hand van allerlei kenmerken. Het Team Tactische Identificatie doet hetzelfde, maar dan aan de hand van beschrijvingen door bijvoorbeeld familieleden, DNA-materiaal, etc. Die twee beschrijvingen”, legt Koers uit, “worden door het computersysteem van de R.I.T. vergeleken. Ontstaat er een match, dan is de identificatie een feit.”
Schokkende ervaring
Het werken aan overledenen is voor de R.I.T.’ers op zichzelf geen schokkende ervaring. Voor velen van hen is het dagelijks werk. Toch was de inzet na de tsunami een indrukwekkende ervaring. “Het was indrukwekkende door de enorme omvang. Een ernstig ongeval in Nederland met vijf doden doet al wat met je. Maar als de R.I.T.’ers hier tien lichamen beschreven hadden, lagen de volgende tien al klaar, en de volgende tien ook. Met hónderden achter elkaar. Wat daar bijkomt, is dat ze constant werkten in een onbeschrijfelijke stank. De eerste tijd waren er geen koelcontainers voorhanden, terwijl het daar 35 graden was in de tropen.”
Beroepspantser
Koers maakt nadrukkelijk verschil tussen een indrukwekkende en een aangrijpende ervaring. Hij drukt het eenvoudig, maar kernachtig uit. “Zodra de gebeurtenis door je beroepspantser heengaat, en het je als persoon raakt, wordt het een aangrijpende ervaring. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als er nabestaanden bij betrokken worden die hun emoties tonen.”
Iemand die door zijn beroepspanters heen is, voelt zelf verdriet, wordt geschokt, gaat intuïtief handelen, voelt zich betrokken bij de slachtoffers. Ofwel: de beroepsmatige distantie verdwijnt. “Mensen moeten dan hun emoties kwijt, hun tranen de vrije loop kunnen laten. Als dat maar kan, is het niet erg als ze door hun pantser heen zijn”, vindt Koers.
Emotioneel gezond
In Thailand volgde hij de groep R.I.T.’ers, trok met ze op en observeerde. Als maatschappelijk werker was hij erop gespitst om tijdig hulp te bieden. Werd iemand onredelijk snel kwaad, antwoordde iemand kortaf, veranderde het gedrag, dan waren dat voor Koers tekenen dat het even teveel werd. “Ik wilde zo dicht mogelijk bij de mensen zijn. De missie Thailand is in dat opzicht goed verlopen. Zeker, de mensen zijn langdurig vermoeid geweest. Wat dat met hen doet, openbaart zich pas op de lange termijn. Feit is dat we met iedereen die terugkeerde evaluatiegesprekken gehad hebben. Daar zagen we mensen die moe waren maar tevreden én emotioneel gezond!”
Dit artikel is uitkomstig uit Vredehof Magazine, een uitgave van
Vredehof Uitvaartverzorging
Jaargang 5 * 2005